Eenvoudige bepaling cellulosegehalte vegetatie door scans
Bepaling van het cellulosegehalte gebeurt traditioneel met tijdrovende en kostbare natte chemie. Bij een SR-6500, NaturaSpec™, PSR+ of RS-3500 begint het proces met scans van het plant- of biomassamateriaal. NIR-analyse voor cellulose is gebaseerd op absorptiekenmerken die worden gecreëerd door chemische bindingen die C-O, O-H, C-H en N-H omvatten. Veel voorkomende absorptiepieken die cellulose aangeven in een SR-6500-, NaturaSpec™-, PSR+- of RS-3500-spectra van 350-2500 nm kunnen het volgende omvatten:
Een brede absorptiepiek rond 1216 nm na C-H-strekking
Verschillende mogelijke kenmerken rond 1490 nm: O-H-uitrekken
Kenmerken tussen 1620 en 1780 nm die kunnen worden toegeschreven aan O-H-strekking
Speel rond 1920-1930 nm van O-H- en C-O-groepen
Functie bij 2100-2110 nm is afkomstig van O-H- en C-H-strekking
Functie bij 2270-2272 nm is van O-H en C-O
Functie bij 2336 behoort tot C-H-strekking
Afbeelding: Elk Spectral Evolution-instrument bevat DARWin SP Data Acquisition-software met 19 ingebouwde vegetatie-indices, waaronder PRI en de rood/groene index.